doors.jpg

Zondag 28 augustus 2016 - GODS GUINESSBOOK

22ste zondag door het jaar - C
Lezingen: Jezus Sirach 3:17-18.20.28-29 en Lucas 14:1.7-14
 
Mensen willen hogerop! Voortdurend zijn we op jacht naar meer en beter, naar de top, naar de beste plaats. Alles hebben ze ervoor over. We worden meegenomen en meegezogen in de draaikolk van carrière en materialisme. Niets wordt dan nog ontzien. Daar gaat het om: wie is de grootste, wie is de eerste, wie is de baas? Wie heeft het voor het zeggen? In de wereld van handel en geld noemen we dat ‘een gezonde concurrentie’.  Op school spreekt en van een ‘gezonde wedijver’. Maar in de lezingen van vandaag wordt ons een andere weg voorgehouden.
 
In de eerste lezing wijst Jezus Sirach op deemoed, op bescheidenheid. Ware wijsheid bestaat hierin dat je je zelf niet overschat En het evangelie gaat nog verder als Jezus zegt: ‘Uiteindelijk zullen de eersten de laatsten zijn en de laatsten eersten. Verbeeld je dat dit evangelie voorgelezen zou worden tijdens de opening van de Olympische Spelen! Degene die het laatst over de streep komt, gaat met een gouden plak naar huis! Degenen die de voetbalcompetitie verloren heeft en moet degraderen, die gaat met de beker naar huis en wordt landskampioen, en de vlaggen hangen over al uit! De uiteindelijke verliezers staan in Gods ‘Guinessbook of records’
 
De woorden van Jezus komen vanmorgen terecht in een harde wereld, waarin je alleen maar vooruitkomt, als je met je ellebogen werkt en over de ruggen van mensen heen kruipt. De woorden van Jezus zijn eigenlijk een tijdbom. In onze wereld leven wij vaak ten koste van elkaar. Iedereen vindt dat de uitkeringen omhoog moeten, maar tegelijkertijd proberen wij onder onze belastingen uit te komen. We vertellen vol trots aan onze vrienden dat we weer een ‘aftrekpost’ hebben gevonden. Iedereen weet dat we niet eindeloos door kunnen gaan met de groei van onze welvaart. Iedereen weet dat de grondstoffen opraken, maar toch doen we allemaal mee aan de wegwerprage. Iedereen weet dat auto’s vervuilen, maar wie van ons laat de auto eens 'n dagje staan? Wat maakt dat ene autootje van mij nu uit? Dat zet toch geen zoden aan de dijk!
 
Iedereen wil op de eerste rij zitten, al is het een plaats vol cadmium en zware metalen. ‘Wat maakt dat ene batterijtje van mij nu uit? Wat maakt het nu uit dat ik 'n klein plastic zakje onder het rijden uit het raampje gooi? Wie merkt dat nou?’ Iedereen op de eerste plaats. Aan onze wereldtafel zitten wij in het westen op de beste plaatsen. We houden de beste plaatsen bezet, ook al gaat dat ten koste van miljoenen mensen. Jezus zegt: ‘Het leven bestaat niet uit verdienen, maar uit dienen!’ En dat doen we dan ook. Elke politieke partij heeft zijn ontwikkelingsprogramma. De een wat meer, de ander wat minder ‘want het moet allemaal wel betaalbaar blijven!’ We voelen ons ongelukkig als we evenveel winst maken als vorig jaar of als we evenveel verdienen. Dan blijkt er iets mis te zijn met de economie, die gebaseerd is op groei en op steeds meer hebben. 
 
Soms realiseer je je hoe klein en nietig ons leven eigenlijk is. Hoe wankel staan wij stoere mensen in het leven overeind? De kleinste microbe krijgt je zelfs al onder de zoden! Ten tijde van Jezus was het blijkbaar niet anders. Jezus gaat naar een bruiloft en ziet tot zijn ergernis hoe mensen elkaar verdringen om de beste plaatsen te bezetten. Van Jezus krijgen ze de teleurstelling van hun leven: alle creditcards mogen weer terug! In het Koninkrijk zijn er andere maatstaven!
 
De toespraak van Jezus bestaat uit twee gedeelten: eerst krijgen de gasten er van langs, maar daarna ook de gastheer. Deze heeft alleen mensen uitgenodigd, bij wie hij ook weer wordt uitgenodigd. Zo blijft de kring gesloten! Jezus zegt: ook mensen voor wie iedereen zijn neus ophaalt zijn van harte welkom op het wereldfeest. Ook de mensen met de versleten koppen, de stoflongen, de vale ogen. Mensen met lamme handen en dove oren. En mensen die het zo met zichzelf getroffen hebben, moeten maar zien of er ergens achterin een plaatsje overblijft.
 
Dat is het criterium waarmee Jezus de zaak beoordeelt. Zijn criterium zal zijn: heb je mijn kinderen zien staan langs de straten van Galilea en langs de bospaden van Somalië? Ben je langs je ouders heengelopen, langs je vrouw, je vriend, je kind? Heb je mijn naaste, heb je Mij zien staan of liggen? De kerk van de toekomst zul je niet herkennen aan de hoge kerktorens, maar aan de wijze waarop wij opkomen voor elkaars onvermogen. Als we straks met elkaar het brood breken, doen we dat in verbondenheid met hen voor wie geen tafel gedekt staat. Breken en delen tot zijn gedachtenis. Geen bruiloftsmaal alleen. Het is een gedachtenis die uitgelopen is op een bloedige terechtstelling. Een man als Martin Luther King heeft dat begrepen, toen hij zei: ‘Misschien zal er vloed vloeien in onze strijd om een andere wereld. Maar als er dan toch bloed moet vloeien, laat het ons eigen bloed zijn!’ Zijn strijd om een betere wereld werd inderdaad gesmoord in het bloed van de martelaren.
 
De laatste durven zijn! Jezus heeft dat waar gemaakt. Jezus, kleingekregen, weggevaagd, doodgeknepen, neergeslagen, veracht als een worm. Maar toch is Hij de hoofdpersoon geworden van het bruiloftsmaal. Degene om wie het hele feest draait. Het is een wereldfeest van kleinen en geringen, van vertrapten en mislukten, van gevangenen en zieken, van hongerigen en dorstigen, van slachtoffers van al het geweld en van de vele vluchtelingen. Kortom: het feest van kleingemaakte mensen. Zij zitten bij God vooraan. En wie het zijn? Hun namen vind je in Gods ‘Guinessbook of Records’! Zo vormen de lezingen van vandaag een tijdbom onder een wereld die onderste boven moet!
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam