nicolevanhasselt.nl-68.jpg

Zondag 8 januari 2017 - DRIEKONINGEN - HET KIND IN ONS

Openbaring des Heren – A - Driekoningen
Lezingen: Jesaia 60:1-6 en Matteüs 2:1-12
 
Kinderen kijken nog vaak onbevangen tegen de wereld aan. Hun ogen en oren zijn nog niet zo verstopt. Daarom zal Jezus later een kind in het midden van de volwassen wereld plaatsen en zeggen: ‘als jullie niet wordt als deze kinderen, zullen jullie het Godsrijk niet binnengaan.’ En daarmee bedoelt Hij niet dat we ons kinderlijk of kinds moeten gedragen, maar dat we weer ontvankelijk worden voor wat er om ons heen gebeurt. Volwassen geworden ‘kijken’ we wel maar ‘zien’ zo weinig. En vaak alles door een sterk gekleurde bril vanuit onze eigen ervaringen. Weten we onze zintuigen nog te gebruiken?
 
Het gaat Matteüs vandaag in het evangelie om ‘het kind’ Die woorden ‘Het Kind’ komen we in het evangelie van vanmorgen driemaal tegen. De hele wereld loopt uit naar het Kind van Bethlehem. Ze komen van alle kanten. Later is veel aan dit evangelie toegevoegd. Blijkbaar spreekt het verhaal tot de verbeelding. Wat hebben we ervan gemaakt?
 
Er komen mensen uit een vreemd land het Kind bezoeken. Het zijn sterrenkundigen. Ze komen met drie kostbare geschenken: met goud, wierook en mirre. Drie geschenken, dus zullen ze wel met z’n drieën zijn geweest. Maar toch blijf ik het een vreemd verhaal vinden. Wie geeft een pasgeboren kind nu goud, wierook en mirre? Hadden ze niet beter eerst bij Prénatal langs kunnen gaan? Dan koop je zoiets als een rammelaar. Maar er zit een diepere betekenis achter deze cadeaus. Goud staat voor het koningschap van het Kindje. Wierook en mirre horen meer bij een uitvaart, waarbij het lichaam wordt gebalsemd en bewierookt. Je kunt in dit verhaal al lezen wat er van dit Kind zal worden! En in het evangelie van Matteüs wordt Jezus tweemaal ‘in doeken gewikkeld’. Dat gebeurt bij zijn geboorte en als zijn lichaam van het kruis wordt afgenomen. Daarmee is het verhaal van vandaag al het lijdensverhaal in een notendop.
 
En we laten onze fantasie de vrije loop. Van de sterrenkundigen hebben wij koningen gemaakt. Ze kregen zelfs een naam: Balthasar, Kaspar en Melchior. Ze worden van verschillende huidskleuren voorzien: één koning is blank, de andere zwart, de derde geel. Op middeleeuwse prenten vertegenwoordigen ze drie verschillende leeftijden: jong, van middelbare leeftijd en bejaard. De drie koningen krijgen zelfs op den duur hun eigen sterfdatum en uiteindelijk krijgen ze zelfs een geraamte. Want sinds 1162 liggen de beenderen van de drie koningen in de Dom van Keulen begraven!
 
Officieel heet het feest Openbaring des Heren. Wij praten liever van Driekoningen. Zo komt het feest binnen handbereik. Drie koningen: mooi uitgedost, met kronen en kamelen, met slaven en cadeautjes, met goud, wierook en mirre. Dat spreekt tot onze verbeelding! We hebben er een volksfeest van gemaakt: een optocht met een lampion. Op sommige plaatsen zingen ze: ‘Driekoningen, Driekoningen, geef mij een nieuwe hoed, mijn oude is versleten, mijn moeder mag het niet weten.’
 
In Beieren en Oostenrijk trekken kinderen langs de deuren zoals bij ons met Sint-Maarten. Ze zingen hun Driekoningenlied en krijgen daar wat snoep voor. En boven de deuren staat met wit krijt geschreven: M+K+B. Het zijn de afkortingen van de namen die de traditie aan de koningen heeft gegeven: Melchior, Casper en Balthazar. Sommige ouders bakken in een cake of pudding een boon mee. Diegene die deze driekoningenboon in zijn of haar eten op zijn bordje vindt, heeft het voor de rest van de dag voor het zeggen!
 
In het evangelie is er geen sprake van koningen. We horen daar iets over een paar sterrenkundigen die uit het Oosten kwamen. Ze waren uitstekend geschoold in het zien. Zelfs een nieuwe ster, temidden van de miljarden sterren die daar in de lucht hangen, waren ze op het spoor gekomen. Maar ze hadden niet alleen goede ogen, ze waren ook bijzonder wijs. Ze trokken naar Israël en zagen daar een kind met zijn moeder.
 
Ze gingen niet rechtstreeks naar Bethlehem. Ze gingen eerst naar Jeruzalem, stad van kennis en macht. Daar weten ze van wanten: opperpriesters en schriftgeleerden kenden daar de Schriften van buiten. Zij verwijzen hen naar Bethlehem, want de profeet Micha heeft voorzegd dat de Messias geboren zou worden in Bethlehem, de geringste onder de steden. En langs een ander weg keren zij naar huis terug, omdat ze weet hebben van de dwaasheid van Koning Herodes. Ze zijn andere mensen geworden, omdat zij naar God luisteren, naar wat Hij hen te zeggen heeft.
 
Officieel heet het feest van Driekoningen ‘Openbaring des Heren’. Daarmee krijgt het feest toch een ánder accent. Wat betekent dat woord ‘openbaring, Epifanie’? Voor de Romeinen van tweeduizend jaar geleden was dat woord gesneden koek. Een klein kind wist wat er mee bedoeld werd. Dat woord ‘openbaring’ werd gebruikt als de Romeinse Keizer zich liet zien aan het volk. Daar stond hij dan: de met luister gekroonde keizer! Hij werd vereerd als de zoon van God. Dat de eerste christenen dit woord ‘openbaring’ gebruikte voor het kerstkind getuigt van hun groot en sterk geloof.
 
Nu wordt het sprookjesachtig avontuur wat inzichtelijker. Mensen met een eenvoudig geloof en een gebrekkige wetenschap laten álles achter zich. Op hun kamelen, ploeterend door een eindeloze woestijn beeld van alle verschrikkingen en donkere dagen die een mens in zijn leven moet meemaken. Over de bergen van Juda, beeld van alle moeilijkheden in je leven waar je als een berg tegen opziet. Pas aan de andere kant van de heuvels bevindt zich het groene gras en staat er een kribbe
 
‘Waar is de pasgeboren Koning der Joden?’ vragen de drie magoi, sterrenwichelaars. Enkele wijzen uit het Oosten zochten een koning en vonden een kind, dat nog te klein is om te kunnen protesteren. Natuurlijk hadden ze ontgoocheld terug kunnen keren. Maar ze bleven, vielen voor het kind op hun knieën, gaven het kostbare geschenken, die een diepere laag aanboren in hun ontmoeting met Jezus. Niet als koningen, zelfs niet als wijzen, maar als gelovige mensen begrepen zij dat zij in hun wijsheid werden geconfronteerd met de dwaasheid van het kruis
 
Het ontbreken van een ster kan de hele karavaan de richting doen verliezen. Laten wij ons het komend jaar blijven oriënteren op de Ster van Bethlehem, het pasgeboren Kind. Mogen wij zó een ster voor anderen worden: geen vallende ster, geen dwaalster. Maar een ster die zich oriënteert op de Ster van Bethlehem, Jezus, Messias, Immanuel, het Kind-met-en-in-ons.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam