foto0048_edited.jpg

Zondag 29 november 2015 - VAN CHAOS NAAR KOSMOS

1e zondag van de Advent - C
Lezingen: Jeremia 33:14-16 en Lucas 21:25-28.34-36
 
De verwoesting van Jeruzalem en de ondergang van de wereld, zoals die door de evangelist Lucas worden verhaald, staan in een krachtige tegenstelling tot het visioen van rust, veiligheid en harmonie uit de profetie van Jeremia in de eerste lezing. In het evangelie roept de evangelist Lucas het beeld op van kosmische beroering, doodsangst en radeloosheid. Een wereld verwordt van kosmos (de aarde zoals God die bedoeld heeft ‘in den beginne’) tot chaos (de wereld zoals we die ook in alle tijden kennen). Een wereld waarin economische, politieke en religieuze spanningen toenemen: al dat geweld, de vele oorlogen, miljoenen mensen op de vlucht, onze zorgen over ons leefklimaat, ons omgaan met God, met elkaar, met de wereld waarin wij leven. Met deze wereld vol bedreigingen schildert de evangelist Lucas, zowel de dagen, waarin Jezus van Nazareth leefde, als in onze dagen.
 
In de Adventstijd houden wij ons bezig met de komst van de Mensenzoon, die altijd weer de 'komende' genoemd kan worden, óók in de chaos van onze tijd. Het evangelie verhaalt immers niet louter een toekomstig gebeuren, maar vertelt ook over de wereld van vandaag, die op vele plekken in een puinhoop is veranderd. Met name voor de honderdduizenden vluchtelingen uit Syrië en uit vele andere door oorlog verscheurde plekken, waarin de ondergang van de wereld voor tallozen al een bitter feit geworden is. Vanuit dit soort ervaringen zijn we er steeds meer van overtuigd geraakt, dat we de chaos, de grote wanorde, niet zozeer moeten plaatsen aan het einde van de tijden, maar ook en vooral binnen ons éigen leven, nu.
 
Jezus vraagt ons vanmorgen om waakzaamheid. En laten we eerlijk zijn, dat kost ons niet zoveel moeite, want als diefstallen toenemen, stijgt de waakzaamheid. In grote steden vormen zich burgerwachten. Fietsen worden aan dikke kettingen gelegd. Winkelbedrijven werken met gesloten Tv-circuits. Winkels die alarminstallaties en beveiligingssystemen verkopen, beleven gouden tijden. Je kunt op twee manieren waakzaam zijn: er voor zorgen dat niet alles onder je ogen wordt weg gestolen. Maar er is ook een waakzaamheid die te maken heeft met positieve dingen. Er zijn mensen die niets dan onheil verwachten. Het evangelie van vanmorgen schijnt koren op hun molen te zijn. Want evenals vorig weekend gaat het over aardbevingen, hongersnood en schrikwekkende dingen: tekenen aan de hemel en radeloze angst bij mensen. Ze wijzen onophoudelijk op de ondergang van de wereld. ‘We hebben krachten ontketend’, zeggen ze, ‘die in de toekomst niet meer beheersbaar zijn’. 
 
En het is waar: de dreiging van een atoomoorlog is nog steeds reëel. De atoomklok staat op 5 voor 12. Lucht-, bodem- en watervervuiling zijn werkelijkheden waar je niet meer langs kunt. Oorlogen, conflicten, terroristische aanslagen en natuurrampen: we kijken er al niet meer van op. En hoewel we best bang zijn voor dood, geweld en ondergang, vormen deze elementen de basis voor een avondje ontspanning achter de buis. Vanavond kunnen we ongetwijfeld weer heerlijk genieten van een "moord"-film. De ondergang van de wereld? Een bang droom of werkelijkheid? "De atoombom zal nooit vallen, ze kijken wel uit", hoor ik mensen zeggen. Ze vergeten dan dat er al twee van die bommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gevallen. De ondergang van de wereld loopt zo'n vaart niet? Maar waar grote negatieve krachten zich op grote schaal met elkaar verbinden staat het einde van de wereld letterlijk voor de deur. Daarom zegt Jezus: ‘Weest waakzaam en bidt, want ge kent dag noch uur... Laat die dag u niet grijpen als in een strik.’ 
 
Zijn we voor dit soort boodschappen vanmorgen naar de kerk gekomen? Waarom een preek over dood, hel en laatste oordeel? Zijn onze zorgen al niet groot genoeg? Toch gaat het ook vandaag om een Blijde Boodschap. ‘Wanneer dit alles zich begint te voltrekken’, zegt het evangelie, ‘heft uw hoofden dan omhoog, want uw verlossing is nabij!’ In deze woorden wordt duidelijk dat er aan het eind van de wereld geen punt, maar een puntkomma staat! Het verhaal gaat door! Er is dan geen plaats voor de duisternis, want we zullen de Mensenzoon zien in al Zijn heerlijkheid. Hij zal lammen weer op de been helpen, blinden het licht van hun ogen weer teruggeven, de gestruikelden mogen weer lopen met gestrekte ruggen. Een prachtige belofte waarmee we de Advent in mogen gaan. Hoe beroerd het ook is in deze wereld, in je eigen leven, het Kerstkind, de Mensenzoon, zal je overeind krijgen! Maar zorg er dan wel voor dat Hij je wakende vindt, want je kent dag noch uur. 
 
Advent is de uitnodiging om op die weg de eerste stap te doen: één kaarsje, één lichtpuntje mag jouw wereld binnenkomen. Het heeft geen zin om op het einde van de wereld te wachten, elke geloof, hoe klein het ook is, is groot genoeg om een stap in de goede richting, in Gods richting, te zetten. ‘Uw verlossing komt nabij’, zegt Jezus. Niet als een pakketje dat kant-en-klaar voor je gereed ligt. Het is de uitnodiging om je los te maken van elke vorm van slavernij. ‘Hef je hoofden omhoog’, m.a.w. kijk goed om je heen, steek je handen uit de mouwen en probeer deze wereld meer tot een wereld van God te maken, zoals God die bedoeld heeft ‘in den beginne’. 
 
Oprichten is ook zoiets als: blijf niet bij de pakken neerzitten. Advent is geen tijd van wachten en afwachten, maar een tijd van verwachten. Zoals een moeder negen maanden lang niet op haar kindje wacht, maar het verwacht. Dat wil zeggen: ze bereidt zich op die geboorte voor. Zo is de Advent geen tijd die we wachtend doorbrengen tot het eindelijk weer kerstmis is. Het is een tijd van verwachten. Dat betekent: de handen uit de mouwen. Een tijd van ommekeer ommekaar!  Ook al is ons leven en onze wereld soms erg chaotisch, we houden onze blik gericht op de Kosmos, het Nieuwe Jeruzalem., Of zoals de profeet Jeremia zegt: ‘Dan schenk ik David een wettige afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt. In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig. En deze nieuwe stad zal heten: Heer, onze Gerechtigheid. (Jeremia 33:15-1616)
 
© Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam