obrecht.jpg

Vrijdag 25 december 2015 - HET WOORD IS VLEES GEWORDEN

Hoogfeest van Kerstmis
Lezingen: Jesaia 52:7-10 en Johannes 1:1-18
 
Engelkens door 't luchtruim zwevend
Zongen zo blij, zo wonderzacht
Van de Heer van dood en leven
Die er vrede op aarde bracht
Gloria in excelsis Deo

Boven in de kerststal - los van de grond - hangt in de meeste kerststallen een engel. In zijn handen draagt hij een banderol, waarop te lezen staat: ‘Vrede op aarde’. Een langere tekst kan hij niet in zijn handen houden. Want de hele tekst op de banderol luidt: ‘Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft’ (Lucas 2:14) Engelen boven de kerststal. Wat hebben engelen het eigenlijk gemakkelijk! Ze wonen in de hemel, hoeven zich niet druk te maken om hun levensonderhoud, hoeven geen kinderen groot te brengen, zijn niet eens getrouwd. Zij lijden geen honger en dorst. 
 
Waarom hangen engelen eigenlijk boven de kerststal? Waarom komen ze niet naar beneden en gaan ze tussen de herders staan? Waarom gaan ze niet op zoek naar een iemand om het leven mee te delen. Zouden ze nog over vrede blijven zingen, als ze zelf getrouwd zouden zijn en kinderen groot zouden moeten brengen. Als ze hun leven zélf vorm zouden moeten geven? Zouden zij het uithouden in de hitte van de dag, waarin wij moeten leven? ‘Vrede op aarde?’ Durven ze dat nog te zingen, terwijl op vele plekken onze wereld in brand staat?
 
Wat ik aan de kerstengel vraag is: ‘Blijf niet boven die kerststal hangen. Kom maar naar beneden en begeef je tussen de herders, tussen ons mensen’. En als je de hitte van de dag gedragen hebt, moeten we maar zien of je dan nog een engel kunt blijven! En datzelfde zou ik eigenlijk ook tegen God willen zeggen: ‘daal uit de hoge hemel neer, en begeef je onder ons mensen, met alle narigheid vandien, en dan maar kijken of je dan God kunt blijven. Maar vandaag geeft God antwoordt. Niet met een Woord, maar met een daad, een vleesgeworden Woord! Zijn antwoord luidt: ‘Heden is U een Redder geboren, Christus de Heer, de Zoon van David. En dit zal voor u een teken zijn: een Kind zult ge vinden, in doeken gewikkeld, liggend in een voerbak.’
 
En daarmee is het duidelijk dat God in zijn eigen Zoon niet veilig in zijn hemel is blijven zitten, maar zich begeven heeft in de arena van het menselijk lijden. Hij is niet aan de kant blijven staan. Dat God almachtig is leren de meeste godsdiensten. Dat God mens geworden is aan de onderkant van de samenleving, dat is in deze wereld ongehoord.
 
Wij blijven bidden en smeken: roepen om vrede in een verscheurde wereld. Het bloed op zovele plekken in de wereld, nog lang niet verdwenen. Mensen, terecht gekomen in de berm van het leven. Terroristische aanslagen, oorlog, honger, mensen op de vlucht voor het geweld, natuurrampen, neerstortende vliegtuigen, over de kop geslagen bussen, gezonken veerboten. Is er nog wel een reden om kerst te vieren?
 
En als we zingen over ‘vrede op aarde aan mensen van goede wil’, klinkt dat lied van ons dan nog wel oprecht? Menen we het ook? Zien wij het kerstkind nog wel zitten? Waar hebben wij Hem neergelegd? Misschien tussen kerstboom en kerstbrood? Misschien hebben we Hem zelfs naast de kribbe gelegd, om onze eigen kribbe te vullen met kerstengelen, vrome wensen en ontroerende kerstliederen. En waar gaan die liederen dan eigenlijk over?
 
Kerstmis 2015: de kerstbomen zijn opgetuigd, de stalletjes weer van zolder gehaald, Op de velden liggen weer talloze herdertjes en de drie koningen zijn al weer onderweg. Ook onze plannen zijn gemaakt om vanmiddag opa en oma een zalig kerstfeest toe te wensen - met een kerststukje in de hand. De zakenmensen hebben hun deuren gesloten en bergen hun miljarden euro op. Maar ze hebben dan ook een drukke tijd achter de rug! Kerstmis 2015: het is weer voorbij voordat we het weten. Honderden miljoenen mensen zijn vannacht door de duisternis getrokken. Op zoek naar wat?
 
Waarom slaat geen enkel ander feest zoveel heimwee los naar het verloren paradijs van onze kinderjaren? Waarom komen we dan toch in een feestelijke stemming bij elkaar? Met honderden miljoenen tegelijk? Om weg te dromen? Nee, omdat er in de kerstdagen woorden gebeuren, vleesgeworden woorden. En in het hele kerstverhaal zijn er geen woorden zo vurig als de laatste woorden: ‘Vrede op aarde aan de mensen van goede wil’. Vrede op aarde - het brandt in je mond als je deze woorden uitspreekt. En als we zingen over vrede, doen we dat niet eenstemmig, maar elke vogel zingt zijn eigen lied. Wij proberen elkaar te overstemmen in onze spreekkoren.
 
Het is duidelijk: vrede is geen toverwoord. Het is het eindpunt van een lange weg van zoeken en luisteren, van werken en vechten. Ook 'n weg van lijden, tegenslagen en soms diep menselijk verdriet. Zo heeft Jezus zijn spoor getrokken dat door geen machthebber is uit te wissen. Maar profeten hadden Jezus deze droom gegeven: dat alle zwaarden zullen worden omgesmeed tot ploegijzers. En het Kerstkind, eenmaal volwassen geworden, heeft ook laten zien welke weg begaanbaar is.
 
Hij gaf woorden, vleesgeworden woorden, een Bergrede vol. Woorden die hijzelf voorleefde. Wij mogen Zijn liefdeslessen nooit vergeten: Over de eerste stap; over ontwapenend omgaan met elkaar; over gerechtigheid in plaats van op eigen strepen te blijven staan; over muren afbreken; grenzen verleggen; over zeventig maal zeven maal vergeven; over durven breken en delen, wereldwijd. Een leven vol aanrakingen waar mensen van opknapten. Maar Hij is er zelf kapot aan gegaan, kapot gemaakt. Maar na 2000 jaar is Hij nog springlevend. Ook in 2015 brengt Hij miljoenen mensen weer in beweging. Daarmee is het een verzetsbeweging geworden van mensen die, soms tegen beter weten in, blijven dromen van ongekende verten. Zo is dezer dagen Gods hoge, vleesgeworden, Woord er uit gekomen: Vrede op aarde aan mensen van goede wil.
 
Kerstmis 2015 geen tijd waarin van alles gebeuren kan, geen tijd van ordinaire sprookjes. Wij vieren wel de geboorte van 'n klein kind dat later zal laten zien dat Hij ter wereld is gekomen om partijganger te worden van mensen die het slechter hebben dan wij. Laten wij onze kerstgeschenken maar weer uit de stal halen en laten wij het kerstkind weer de ziel worden van ons kerstgebeuren. Ik wens u allemaal een gezegend en zalig kerstfeest toe.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam