pic_paul01.jpg

Zondag 17 januari 2016 - DAAR MOET OP GEDRONKEN WORDEN

2e zondag door het jaar – C - De Bruiloft van Kana
Lezingen: Jesaja 62:1-5 en Johannes 2:1-12
 
Als ik op een feestje ben en de drank raakt op, is er altijd wel een ‘grappenmaker’ die enigszins beneveld zegt: ‘Gelukkig hebben we een pastoor in ons midden. Die zal de drankvoorraad wel aanvullen!’ En dan kijk je maar alsof je het grapje voor de eerste keer hoort! Het is opmerkelijk hoeveel mensen – ook degenen die vrijwel nooit meer in de kerk komen – het verhaal van het water dat in wijn verandert kennen. Maar gaat de diepere betekenis niet veel verder dan een ‘ordinair’ wonder? Jezus is toch geen toverkunstenaar? Maar wat wil het verhaal ons dan eigenlijk vertellen?
 
Het is minstens opmerkelijk dat Johannes het zelf niet eens over een wonder heeft. Hij gebruikt in zijn evangelie het woord ‘tekenen’, Tekenen, die naar iets, naar Iemand, verwijzen: Het verhaal van de genezing van de blindgeborene is een opstapje naar de uitspraak dat Jezus ‘het licht van de wereld’ is. Het verhaal van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging is een opstapje naar zijn uitspraak dat Hij ‘brood van de wereld’ is. Het verhaal van Jezus’ ontmoeting bij de bron is het voorspel voor de uitspraak dat Jezus ‘bron van levend water’ is. En het verhaal van vandaag is een prelude op wat Jezus te wachten staat op Witte donderdag, als Hij zichzelf weggeeft ‘als gebroken brood en een beker uitgegoten wijn’. Daarom zegt Jezus ‘mijn uur is nog niet gekomen’. Voor Johannes is het Kana-verhaal een ‘teken’ dat verwijst naar het Eeuwig Bruiloftsmaal dat ons te wachten staat.
 
Als er geen wijn meer is, horen we Jezus tegen zijn moeder zeggen: ‘Vrouw, is dat uw zaak?’ Ik hoor het me zelf vroeger niet zeggen tegen mijn moeder, als het bier op was: ‘Vrouw, is dat uw zaak?’ Ik had er ongetwijfeld een paar blauwe oren aan over gehouden! Het is duidelijk dat we hier te maken hebben met de verteltrant van Johannes, die heilig in Jezus geloofde. Voor Johannes is het duidelijk: Jezus is Licht van de Wereld, de Ware Wijnstok, Weg, Waarheid en Leven, de Verrijzenis, de Messias, zelfs ‘de Redder van de wereld’, beeld en gestalte van Gods liefde voor ons.
 
Veel profeten hebben de relatie tussen God en zijn volk vergeleken met een huwelijk. God als de bruidegom en Israël als zijn bruid. Zo hoorden we in de eerste lezing Jesaja zeggen: ‘Zoals een jongen zijn meisje trouwt, zal Hij die u opbouwt, u trouwen. En zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid zal God zich in u verheugen ‘(Jesaja 62:5). Het is een manier om te zeggen dat God van zijn volk houdt en dat Hij zijn volk (ons) trouw blijft in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in  ziekte en gezondheid.
 
Het Johannesevangelie zelf zit vol symboliek. Op de derde dag gaat Jezus naar Kana. Het getal drie verwijst naar het einde van het evangelie: Jezus staat op de derde dag op uit de dood. Zoals de liefde tussen mensen van water wijn kan maken, kan de liefde van God uit de dood nieuw leven maken. Trouwens als je het Johannesevangelie leest vanaf het begin, is het al met al zelfs de zevende dag waarop de bruiloft plaatsvindt. En de zevende dag is toch de dag van de sabbat, de dag van God, dag van harmonie en eenheid tussen de mens en God. Het leven dat uitloopt op een geweldig bruiloftsfeest tussen God en de mens.
 
Toch blijven er vele vragen over bij het Kana-verhaal. Het gaat over nieuwe wijn. Was de oude dat niet meer goed en waarom dan niet? Het water werd vervolgens gegoten in vaten die gebruikt werden om van de gasten de voeten te wassen. Betekent dit dat de Joodse gebruiken werden afgeschreven? En welke rol speelt Maria in dit verhaal? Werd zij door de eerste christenen, door Johannes, symbolisch gezien als de bruid van Christus en als symbool van de kerk? 
 
Het verhaal begint heel simpel. Er wordt feest gevierd in Kana, een bruiloft, en er is geen wijn (meer). Er zijn veel gasten waar niet op gerekend was. Maria legt het probleem aan Jezus voor. Maar Jezus vindt dat zijn uur nog niet gekomen is. Toch gaat Hij naar de keuken en doet het water in de wasbekkens blozen als wijn. De ceremoniemeester vraagt waarom de bruidegom de beste wijn tot het einde heeft bewaard.
 
Over één ding zijn de bijbelgeleerden het wel eens: dat ons leven zal uitlopen op een geweldig bruiloftsfeest. Er zijn profetische beschrijvingen van de overvloed aan eten en drinken in die dagen Er is een joods apocrief document uit dezelfde tijd dat Johannes zijn evangelie schreef, dat voorzegt dat er in die Messiaanse dagen een tienvoudige druivenoogst zal zijn. Iedere wijnstok zou duizend takken hebben, iedere tak duizend druiventrossen, iedere druiventros duizend druiven, en iedere druif zou zo’n vier tot vijfhonderd liter druivensap opleveren. Daarbij vergeleken zijn de zeshonderd liter van Kana kinderspel.
 
Toch gaat het vandaag niet eens zozeer over water dat in wijn verandert. Johannes beschrijft een teken, een veel belovend teken over dat nieuwe Messiaanse rijk dat in aantocht is. Het gaat over een huwelijk, over de liefde. God houdt van ons en geeft zich. Zoals bij het Laatste Avondmaal: Jezus geeft zich in liefde, tot het uiterste toe. Hij neemt brood en beker en zegt: ‘neemt en drinkt, Ik ben het zelf’ en ‘Doet dit tot gedachtenis aan Mij!’. Tot de dag van vandaag leven mensen van dit laatste gebaar. En zijn vrienden hoor ik zeggen: weet je nog, hoe de Schriftgeleerden vroegen naar het voornaamste gebod? Weet je nog dat, dat Hij toen zei in alle eenvoud: houd van God en de mensen om je heen! Een nieuw gebod geef Ik u: hebt elkaar lief, zoals Ik u hebt liefgehad. Zo zullen de mensen weten dat je bij Mij en bij de Vader hoort! 
 
Onvoorstelbaar: een God die van de liefde leeft en mij bij mijn naam kent! Hij kent mij door en door. Hij is met mij vertrouwd, want Hij heeft mij geweven in de schoot van mijn moeder. Hij kent mijn stem, mijn ademhaling, het kloppen van mijn hart. Als je wilt kun je Gods liefde voelen tot in de vezels van je bestaan.
 
Van het bruidspaar in het verhaal kennen we niet eens de namen. En trouwens: zouden ze geweten hebben dat ze vanaf hun jawoord nieuwe wijn gedronken hebben en dat ze sprekende beelden zijn geworden van een God die zijn mensen liefheeft tot over de grenzen van de dood heen? Van het bruidspaar kennen we de namen niet. Maar niets is toeval in de Bijbel. Zou het de bedoeling zijn dat we het bruidspaar in het Kana-verhaal onze eigen namen geven? Daarmee wordt het verhaal heel persoonlijk. Is je liefde en je trouw tijdens je huwelijk steeds meer verwaterd of heb je de beste wijn tot het laatste toe bewaard? Als dat het geval is, denk ik: daar moet op gedronken worden…!
 
Ambro Bakker s.m.a
Deken van Amsterdam