foto0048_edited.jpg

Zondag 13 maart 2016 - OVERSPEL

5e Veertigdagentijd – C 
Lezingen: Jesaja 43:16-21 en Johannes 8:1-11
 
Het is stoffig heet. De Zon staat als een oven te branden aan een wolkenloze hemel. Het land is vol hitte. Daar komt een groep van schriftgeleerden en Farizeeën aan. Zij trekken een vrouw met zich, mee, die betrapt is bij het plegen van overspel. Maar gaat het in dit verhaal alleen om de vrouw? ‘Waar is de man gebleven?’ denk ik dan. De man blijft in dit verhaal blijkbaar buiten schot: Een staaltje van dubbele moraal? Een man die kan bogen op zijn zoveelste verovering en een vrouw die haar leven lang een getekende blijft?
 
En daar sta je dan in een kring van mensen, met de vinger nagewezen, door sommigen al doodverklaard. De omstanders willen haar kruisigen op de angel van de wet, want wetten hebben we toch niet voor niets. En dat zeggen de omstanders ook tegen Jezus : ‘We hebben een wet, en die wet zegt dat zulke vrouwen moeten worden gestenigd’. En voor de zoveelste maal wordt Jezus geplaatst voor een bijna onmogelijke keuze. Kiest Hij voor de vrouw dan pleegt Hij verraad aan de Wet van Mozes, kiest Hij voor de Wet van Mozes dan houdt Hij geen rekening met de menselijke omstandigheden. Een psychologische kluif! Een oud maar altijd weer actueel verhaal. Als mensen wetten overtreden, hoe ga je daar dan mee om? Spijkeren we ze op wetten vast of moeten we handelen in de geest van de wet? Ook als pastor kom je nogal eens voor die keuze te staan. Je kent de wetgeving vrijwel van buiten, maar geen twee mensen zijn hetzelfde. Hoe hanteer je de wet als die dwars op het concrete leven van alledag staat?
 
Jezus geeft eerst geen antwoord. Hij schrijft wat in het zand. Wat Hij schrijft in het zand weten we niet, Hij lijkt in het nauw gedreven. De omstanders glunderen. Maar dan speelt Jezus de bal op een meesterlijke wijze terug. Stenigen? Prima, wie zelf zonder zonde is werpe de eerste steen: En de omstanders druipen af, de oudsten het eerst. Blijkbaar deugen wij zelf ook niet. En Jezus gaat door met het schrijven in het, zand, kijkt de mensen niet eens meer aan. Blijkbaar wil hij niet genieten van hun afgang. Of is het een soort verlegenheid tegenover de vrouw die aan het einde van het verhaal alleen staat? Tenslotte kijkt Jezus haar in de ogen en vraagt heeft niemand u gevonnist, ga dan maar naar huis en doe geen zonde meer: Hier schiet het verhaal dwars door de Wet heen. Het gaat niet meer om een juridisch dispuut, het wordt een menselijk verhaal. Hier staat de wet ten dienste van de mens en hier wordt niet een mens ten koste van alles op de wet vastgespijkerd.
 
Ook wij bekleden ons maar al te graag met de rechterstoga. De rechterstoel vinden we blijkbaar een stoel die bij ons past. In het bankje van de beschuldigde voelen we ons niet zo thuis. En zo zit ieder van ons elke godgegeven dag opnieuw zijn eigen godje te spelen.
 
Er is een oud verhaal uit de tijd van de woestijnvaders. Een monnik werd eens bij vader abt Ammonas aangeklaagd. Ze vertelden hem dat de bewuste monnik stiekem een mooie vrouw in zijn grot verborgen hield. Paniek en verontwaardiging alom. De abt zal en moet ingrijpen, want híj was per slot van rekening verantwoordelijk voor de kloosterdiscipline. Met een groot aantal mensen vertrok hij naar de grot. Uit angst had de monnik de vrouw onder een groot vat verborgen. De abt had dat aanstonds door en ging boven op het vat zitten, terwijl de anderen de grot grondig doorzochten. De vrouw werd natuurlijk niet gevonden, want die zat veilig onder de ton waar vader abt op zat!
 
De abt zei tegen de aanklagers : ‘Mag God jullie vergeven, dat u zo over uw broeder hebt geoordeeld’. Toen iedereen weg was, ging de abt van het vat af en zei tegen de monnik : ‘Geef acht op uzelf, broeder’ en hij vertrok. En toen het verhaal tientallen jaren later bekend werd, zeiden mensen: ‘Ammonas, was meer een mens om je over te verwonderen dan een mens om na te volgen:’ Maar handelde Ammonas niet in de geest van Jezus? Jezus die niemand vastpint op zijn of haar verleden. Hij geeft telkens nieuwe kansen. Ga heen en zondig niet meer! Niet veroordeling maar vergeving brengt mensen verder. Bovendien weet Jezus maar al te goed dat onze behoefte om anderen te veroordelen alles te maken heeft met onze eigen troebele levenshouding. Door anderen te beschuldigen willen wij ons eigen leven goedpraten.
 
Evenals bij het evangelie van vorige week zondag - het evangelie van de Verloren Zoon - gaat het in het evangelie van vandaag over de kracht en over de dwaasheid van de liefde, over aanvaarding, vergeving, over ruimte scheppen voor elkaar. Niet zozeer de vrouw alswel de omstanders blijken de overspeligen te zijn. Zij gebruiken een mens van vlees en bloed als een pion in hun spel met Jezus. Zij bedrijven prostitutie met God en met de mensen.
 
Voor Jezus is de mens: geen causa finita. Deze vrouw is wat ze is:. een vrouw, een zus, een medemens, een lotgenote in het goede en in het kwade. Geen haar beter dan de omstanders maar vaak ook geen haar slechter. Waarom slaan ouders hun kinderen? Waarom doen echtgenoten elkaar pijn? Waarom staan vrienden elkaar soms naar het leven? Vaak omdat wijzelf ons vaak ontheemd voelen. De situatie zou anders zijn als ieder van ons bij tijd en wijle van iemand te horen krijgt : ‘Jij bent wél de moeite waard, jij bent alle moeite waard’. Dan pas kan de waarheid echt aan bod komen.
 
Of zoals Ingmar Bergman zegt in zijn 'herfstsonate': ‘als er iemand is die van me houdt zoals ik ben, zal ik uiteindelijk naar me zelf durven kijken’. In roddel en geklets trekken mensen zich terug, hebben vaak geen weerwoord. In liefde, vergeving, in wat begrip komen mensen opnieuw tot leven en bloeien op.
 
Of zoals de dichter Phil Bosmans dat zegt : ‘Menslief, ik hou van je: Of is dat een illusie, een utopie? Ik geloof in het wonder, als in ieder huis, in iedere straat, in elke stad, de een tegen de ander zeggen zal Menslief, ik hou van je’. Ik. zal alle bittere woorden uit mijn mond nemen en mijn hart vullen met tederheid en mijn handen met de gave van de vriendschap.’ Kijk, dat is de andere kant van het ‘spannende’ overspelverhaal! 
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam