nicolevanhasselt.nl-68.jpg

Zaterdag 26 maart 2016 - Paaswake - OPSTAAN BIJ HET LEVEN

Paaswake – C jaar
Lezingen: Exodus 14:15-15:1 en Lucas 24:1-12
 
Elk jaar komen wij samen voor de viering van het paasfeest. Dan luisteren we naar oude verhalen over God die zijn volk redt uit de klauwen van het verwoestende water en het terugbrengt naar het Land van Belofte. En in deze nacht staat niet de duisternis van Goede vrijdag, maar het Licht van Pasen centraal. Het licht dat alle duisternis zal verdrijven en een eind zal maken aan alle ongerechtigheid en onbarmhartigheid. Een einde aan alle ellende, zelfs de dood voorbij!
 
Nog steeds hangen er donkere wolken rond onze oude aarde. Mensen in zak en as. In duisternis zitten wij. Dagelijks bereiken ons berichten, hoe ons leefmilieu wordt aangetast. Een wereld waarin de oceanen meer plastic bevatten dan vissen! De ene gifgolf is nog niet door een van de rivieren gestroomd of de volgende komt er al weer aan. Wat een schitterend natuurgebied lijkt, blijkt grondig bedorven door zure regen en schadelijke afvalstoffen. De natuur is aan het sterven onder onze ogen.
 
Donkere wolken hangen rond onze oude aarde. De dood haalt nog dagelijks de grond onder vele mensenvoeten weg. Ze hebben geen been meer om op te staan. De dood die dagelijks zoveel slachtoffers maakt, ver weg en dichtbij. Hongerige kinderogen kijken ons aan. Oorlogen eisen dagelijks hun tol. Elke dag hebben velen onder ons verdriet om geliefden die hen door de dood zijn ontnomen. Het feest van de verrijzenis, dat wij met Pasen vieren, lijkt in felle tegenspraak met wat wij dagelijks aan dood en ellende ervaren.
 
Donkere wolken hangen rond onze oude aarde. In duisternis zitten wij. Is er wérkelijk sprake van 'n streepje licht? In de paasnacht wordt ons verteld, hoe God zijn volk bevrijd heeft uit de slavernij van Egypte. De machtige farao deed zijn uiterste best het volk der Hebreeën naar de ondergang te voeren. In uiterste nood bleek Gods redding nabij. In de verhalen die wij hebben gehoord is de dood volop aanwezig. Er lijkt geen ontkomen aan. Toch maakt geen doodse woestijn, geen ballingschap, geen Holocaust een einde aan het verhaal van het Volk van God, al zijn de wonden in de loop der eeuwen groot en nauwelijks te helen.
 
‘Wat is Pasen’, vraagt een klein kind. ‘Toen is Jezus opgestaan’, zegt zijn moeder. Het kind vindt dat geen feest waard, want elke morgen sta je toch op. Een kind herinnert ons aan het feit dat het feest van de ‘Opstanding’ te maken heeft met het opstaan van elke dag. ‘Opstaan’, roept je vader of moeder, of de wekker, elke dag opnieuw. Want elke avond ga je weer liggen, en elke morgen moet je weer opstaan. Naar school, naar een volgende school, naar je werk, of naar nergens. Maar opstaan moet je, vroeg of laat. Heel je leven is een grote beweging van steeds maar weer gaan liggen en steeds maar weer opstaan. Plat en omhoog, ziek en weer beter, het leven is vallen en opstaan.
 
Totdat je net als alle mensen voor de allerlaatste keer gaat liggen. Soms gaat dat op-eens, heel onverwacht. Vaak gaat dat langzaam, als je oud bent. Dan lig je neer om niet meer op te staan. Nooit meer? Sommigen zeggen van wel. Zij zeggen dat je dan toch ligt te wachten op een stem die roept: ‘Opstaan jij’. Een vriendelijke, vreemde stem, die je alleen maar hoort als je zo ligt. Ze zeggen dat je dan weer op gaat staan en dingen ziet die je nooit zag. Dan ben je waar je eerder nooit bent geweest.
 
Tweeduizend jaar geleden is er een mens geweest, die wist van wie die stem was. Die had hij heel zijn leven al gehoord. Het was een stem die zei dat de mensen geboren zijn voor vrede en liefde, en niet voor oorlog, haat en narigheid. Hij vertelde van wat hij gehoord had, maar zijn stem werd gesmoord. Hij kon maar betere zijn mond houden vinden de gevestigde machten. Maar dat deed hij niet. Tenslotte hebben ze hem ter dood veroordeeld en zijn vrienden legden hem neer, voorgoed, in het graf van Jozef van Arimathea. Toen hoorde Hij als eerste een stem die zei: ‘Opstaan!’. Hij stond op, ging naar zijn vrienden, en zij herkenden hem, toen en later, en weer later, steeds opnieuw, en nu nog. ‘Hij is opgestaan’, zeggen ze, ‘écht opgestaan’. En waarom wij dan niet? Wij kunnen de opstanding van mensen toch al leren en ervaren bij het leven?"
 
De opstanding van Jezus. Eigenlijk een humoristisch verhaal. Stel je voor: Jezus loopt zo maar glimlachend naar buiten alsof het graf een tuinhuisje is, waar je zomaar in en uit kunt gaan. Daarna loopt Jezus op het kerkhof wat te schoffelen, zodat zijn vriendinnen denken dat zij te maken hebben met Hendrik-Jan-de-tuinman. Allemaal zonder poespas. Het woord ‘dood’ valt niet eens in het paasverhaal. Er is geen spoor van een worsteling met de dood. Jezus heeft in het graf zijn doodskleren staan op te vouwen, zoals wij 's morgens vroeg ons dekbed rechttrekken. De dood heeft niets meer te vertellen, is eenvoudig lucht voor Jezus, telt gewoon niet mee!
 
Dat is de bevrijdende boodschap van de paasnacht. De donkere wolken, die rond de aarde en die rond ons leven hangen, drijven voorgoed weg. Vannacht mag er een begin van hoop zijn, dat alles toch uiteindelijk vrucht zal dragen. Ook de stervende graankorrel weet daarvan mee te praten! De hoop die groeit waar mensen gelouterd zijn, de pijn voorbij, de tranen gedroogd, de moed hervonden. De hoop groeit waar mensen het aandurven, zoals vannacht, om elkaar oude verhalen te vertellen - ter bemoediging. Weet je nog dat Jezus alles nieuw zou maken? Weet je nog dat Hij zei dat het met jou zal gaan als met Hem?
 
Het verrijzenisverhaal gaat dezer dagen over Jezus, maar niet minder over ons. Dat is aangetoond door Hem die zei: hebt elkaar lief zoals Ik u heb liefgehad. Mens, je bent een onvervangbaar wezen, je kunt het winnen van de dood. Samenkomen in dit uur rond de verrijzenis van Jezus, is te horen krijgen: ach, het gaat niet eens zozeer om Mij. Het gaat er om dat alles gerechtigheid wordt volbracht: meer levenskansen voor al diegenen die net als Ik aan de rand van het leven terecht zijn gekomen.
 
Zo is de dood een springplank naar het nieuwe leven. Het leven is vallen en opstaan, steeds maar gaan liggen en weer opstaan. Vannacht hebben wij opnieuw te horen gekregen, dat we nu al mogen opstaan bij het leven. Ik wens u allemaal een ‘zalig Pasen’ toe.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam