afbeelding 238.jpg

Zondag 26 juni 2016 - NIET OMKIJKEN

13e zondag door het jaar - C
Lezingen: I Koningen 19:16b.19-21 en Lucas 9:51-62
 
Het is een waarheid als een koe: ‘Drinken zonder dorst is het voornaamste feit dat een mens van een dier onderscheidt’ Dieren stoppen met drinken als hun dorst gelest is. Mensen kunnen kiezen, een andere keuze maken, dieren niet. Ik heb nog nooit een koe een avondje zien doorzakken! Een dier kan niet kiezen, hij volgt zijn instinct. Een dier zal niet drinken, als hij geen dorst heeft. Mensen kunnen kiezen of ze met eten en drinken stoppen, of dat ze doorgaan tot ze niet echt meer kunnen! Daarom kunnen dieren ook niet zondigen, want zij volgen hun instinct. John Mill schrijft: ‘Het is het dier dat aan de rand van het gevaar terugspringt, terwijl de mens met zijn verstand er telkens weer instinct.’
 
Mensen kunnen kiezen! Zelfs met ons eigen lichaam! Je kunt ogen hebben die mensen bemoedigen, maar ook een blik hebben die kan doden! Je hebt oren om te luisteren naar de ander, maar je kunt ook Oost-Indisch doof zijn en alleen horen wat je wílt horen! Je kunt met je handen strelen, maar ze ook tot een vuist maken! Je kunt met je voeten met mensen meelopen, maar ook anderen laten struikelen, onderuithalen, of een schop geven. Je hebt een mond om contacten te leggen met elkaar, maar we kunnen onze mond ook gebruiken om te schelden, af te breken, contacten verbreken.
 
De beide lezingen van vanmorgen gaan ook over kiezen. Het evangelie vraagt ons om een onvoorwaardelijke keuze voor de weg van God. Geen gemakkelijke keuze: Jezus volgen en niets hebben om je hoofd op neer te leggen! Jezus volgen en dan zelfs je vader niet mogen begraven! Jezus volgen en dan alles achter je moeten laten en er niet meer naar omkijken! Onze eerste reactie is: dat is niet reëel. Maar laten we voorzichtig zijn met onze reacties. Want de kernzin is dat Jezus de weg naar Jeruzalem accepteert. Naar Jeruzalem gaan betekent voor Hem: van de dokter te horen krijgen dat zijn levenseinde in aantocht is. En om dan vastberaden op weg te gaan: daar is heel wat moed en een radicale inzet voor nodig! En Jezus vraagt van ons diezelfde vastberadenheid.
 
De woorden van Jezus eisen het uiterste. Het is bij Hem alles of niets! Iemand die Hem wil volgen, maar eerst zijn vader wil begraven, krijgt te horen: ‘Laat de doden hun doden begraven’. Als iemand Jezus wil volgen, maar nog eerst afscheid wil nemen van zijn vrienden, krijgt te horen: ach, laat maar zitten, ‘want niemand die de hand aan de ploeg slaat en omziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God.’ Kiezen om in je leven je hand aan de ploeg houden! Waar komt die uitdrukking vandaan? De bodem in Israël is steenachtig en de ploegen waren destijds laag en primitief. Met heel zijn gewicht op de ploeg moet de boer aandacht geven aan wat voor hem ligt. Anders zou de ploeg direct ontsporen of op een stuk steen kapotslaan.
 
Dat is de kern van het evangelie: blijf in 't leven ploegen, roest niet vast, blijf beweeglijk, sluit geen compromissen als het om de zaak van God gaat. Het is een kwestie van kiezen óf delen - met de hand aan de ploeg. Durven kiezen en instaan voor de consequenties. Je aan je keuze houden, ook als het moeilijk wordt. Blijven kiezen voor iemand, als hij in een gezelschap van mensen belachelijk wordt gemaakt. Opkomen voor vluchtelingen, ook al zie je op de televisie dat iedereen ánders denkt. Kiezen of delen, niet blijven wikken en wegen.
 
Betekent dat dat er geen plaats mag zijn in je keuze voor twijfels? Twijfelen is menselijk! En ook Jezus heeft zijn twijfels gekend. Jezus hangt aan het kruis. Enkele straten verderop klinkt de stem van Petrus: ‘Ik ken die mens niet, ik heb nooit van 'm gehoord!’ En de stem van Petrus wordt dan gesmoord in hanengekraai. Op een andere plaats maakt een andere leerling 'n eind aan zijn leven en werpt dertig zilverlingen in de tempel en verhangt zich...
 
Ook Jezus hangt en voelt zich van God en mensen verlaten. Hij schreeuwt het uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom heeft U Mij verlaten? Indien dat mogelijk is, laat deze lijdensbeker aan Mij voorbijgaan!’ Maar toch blijft Jezus trouw aan zijn keuze als Hij daarna stamelt: ‘maar Vader, Uw Woord geschiede, en niet het mijne!’ Als wij onze zicht op onze levenskeuze dreigen te verliezen, vinden wij God op onze weg.  Maar voor alle duidelijkheid: wie Jezus in deze wereld wil volgen ‘tot een bepaalde hoogte’ en verder niet, zal het Christendom beschouwen als een zware last, als een rem, en niet als levensmotor of levensbron waaraan je je elke keer mag laven.
 
Wie gelooft ‘tot op zekere hoogte’ zal op zondagmorgen maar moeilijk uit zijn bed kunnen komen. Wie écht gelooft, verlaat op zondagmorgen zijn bed zonder problemen: om met anderen samen te komen rond het Woord van God, om met elkaar het brood te breken. Dat gaat dan moeiteloos, dat elke zondag terugkeren naar de bron om ons te laven en Gods Woord in te drinken. Mét Christus durven optrekken naar Jeruzalem. Doorploegen en niet omkijken! De hand aan de ploeg houden! Je niet druk maken om de kleine dingen van het leven: 'n kras op je auto, 'n kopje dat breekt, 'n vergissing van ‘n euro bij de kassa.
 
Waar het uiteindelijk om gaat? Om de komst van het Koninkrijk Gods. Wat is dat? Is er ergens een model van? Misschien wel! Iemand zei: ‘Toen mijn vrouw ernstig ziek was en we wisten dat het niet lang meer zou duren, toen is onze liefde gegroeid tot ongekende hoogte! Want in zo'n situatie zie je waar het in het leven écht om gaat. Dat is simpelweg: gewoon goed zijn voor elkaar. Al het andere wordt dan volslagen onbelangrijk voor je.’ 
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam