doors.jpg

Zondag 4 september 2016 - LEREN LOSLATEN

23e zondag door het jaar - C
Lezingen: Wijsheid 9:13-18b en Lucas.14:25-33
 
Wat een evangelie vandaag! Ga er maar aan staan. Jezus zegt: ‘Als iemand naar Mij toekomt die zijn vader en moeder niet haat, zijn vrouw en kinderen, zijn broers en zussen, ja zelf zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn’. Wat een taal. Wat wil Jezus nou eigenlijk? Hij is toch de man van vrede en niet de man van twist en haat?  Je eerste spontane reactie is: daar hebben we weer zo’n godsdienstfanaat die het maar niet kan laten. Maar je tweede reactie is: het zijn toch woorden van Jezus? Wat wil Hij aan ons kwijt? Hij doet zijn uitspraak voor mensen die met Hem meetrokken. Dan kan het toch geen gewichtdoenerij zijn van een predikant die zichzelf opblaast? Moet er bij Jezus dan toch weer sprake zijn van een dubbele bodem? Maar blijkbaar wil Hij ons iets anders duidelijk maken. Namelijk dat zijn eigen levensweg niets heeft van een luxe reis. Geen keurig geplaveide rechte weg, maar een weg met vele kronkels, hobbels, verdachtmakingen, martelingen. Daarom is het goed om het verhaal van vandaag te plaatsen in de tijd waarin dit evangelie volgens door Lucas is geschreven.
 
Dit Evangelie is ontstaan in tijden van grote vervolgingen. Het gaat hierbij om mensen die zelf onder een geweldige druk - onder vervolgingen die velen letterlijk het leven kostten - moesten laten zien wáár ze staan in het leven: of ze bij Jezus Christus willen horen of niet. Toen de tijden rustiger werden lieten de ouders hun kinderen dopen. Dit heeft in de kerk geleid tot grote discussies. Waar ligt nu het moment voor mensen om te kiezen vóór of tegen de Christus? En op welke leeftijd kan een mens een dergelijk beslissing aan? Maar één ding is duidelijk: in het spoor van Jezus hebben veel mensen alles achter zich gelaten, hebben hun materiële voordelen moeten prijsgeven. En in hun kielzog hebben zovele anderen meegetrokken. Wij horen bij elkaar, en vooral de sterken bij de zwakkeren. Toen het Joodse volk eertijds uit Egypte trok, de woestijn in, namen ze iedereen met zich mee: lammen, blinden en zieken. Gezonde mensen droegen de zwakkeren op hun sterke schouders door het leven.
 
Je moet wijs zijn om te weten wat God van je wilt. Welnu, die wijsheid kun je zelf niet bedenken, die wijsheid komt van de kant van God (Wijsheid 9:13). Ga dus niet meteen een ingezonden brief schrijven met de eerste en laatste oplossing voor welk probleem dan ook. Ga liever zitten - kniel desnoods - en bedenk dat je niet álles weet in het leven en dat enige hulp uit de Hoge uitermate welkom is. Wat is wijs? Waar kiezen we voor in het leven? Beroepsdemonstranten hebben daar geen moeite mee. Voor hen is kiezen kennelijk nooit een probleem. Op de achterkant van het spandoek staat alweer de tekst voor het nieuwe hogere doel waar we naar streven.
 
Het Evangelie bewandelt vanmorgen een andere weg. Het raadt ons aan om pas te kiezen als we de zaak van alle kanten bekeken en overwogen hebben. Maar daarna moet je er dan ook honderd procent tegen aan. Heb je eenmaal gekozen, dan ook radicaal. Dan mag er geen familielid of kennis zijn die je nog tegenhoudt. En hoeveel kruisen je ook op je pad tegenkomt, laat er niet één zijn die jou nog afschrikt. Probeer in je leven ook andere secundaire wegen los te laten.
 
Bij Jezus telt het halve werk niet. Wie zichzelf niet sterk genoeg voelt om een hele toren te bouwen, kan maar beter wegblijven. Blijf trouw aan de weg die je in je leven hebt gekozen. Jezelf en anderen haten? In de versie van Matteüs komen we dat woord haten trouwens niet tegen. Matteüs citeert deze woorden van Jezus met een andere benadering. Hij heeft het over mensen die zichzelf en anderen belangrijker vinden dan God. Maar onze God blijft zelf een barmhartige God, want elders in de Schrift staan er ook teksten als: ‘Je zult de kwijnende vlaspit niet doven, het geknakte riet niet breken’. En de parabel van het onkruid tussen de tarwe roept op tot verregaande verdraagzaamheid. Maar de tijd waarin Lucas zijn evangelie schreef waren harde tijden, waarin grote vervolgingen plaatsvonden. Eerste christenen werden, omdat zij de weg van Jezus van Nazareth tot hun eigen levensweg hadden gemaakt, vervolgd, gekruisigd, en bloedig om het leven gebracht. Het was een tijd die om duidelijke keuzes vroeg: vóór of tégen de Messias. En hierbij denk ik aan de zware tijd die christenen momenteel doormaken in het Midden-Oosten.
 
Jezus Christus volgen vindt zijn grond in een fundamentele levenskeuze. Ook in deze roerige tijden, waarin kerk en wereld op drift zijn geraakt. Jezus heeft in zijn leven voortdurend en consequent gekozen, Hij heeft Zijn Kruis op Zich genomen. Veel mensen hebben intussen ook hun keuze gemaakt. Vóór of tégen Hem. Velen weten zich gedragen door het geloof van hun ouders. Je ouders hebben je laten dopen en christelijk opgevoed. Maar die keuze van je ouders vraagt op een bepaald moment om een eigen keuze. Niet een keuze die berust op sleur en gewoonte, maar een nieuwe keuze voor de weg van Jezus, van binnenuit. Ben je vóór of tégen Gods Barmhartigheid? Het christelijk geloof is niet terug te brengen tot de keuze die je ouders voor je maakten. Het is een aaneenschakeling van telkens nieuwe keuzes en nieuwe beslissingen. Zoals bij een huwelijk alles niet afhangt van het eens uitgesproken jawoord, maar door de keuze die je als echtgenoten elke dag opnieuw voor elkaar maakt. En er zijn mensen die in hun leven nooit verder komen dan de fundering, omdat ze in die beslissing al hun geloofsreserves al hebben aangesproken. Komen we dan met verwijten? Of verstrekken we ze een geestelijke lening, waardoor de ander ook in staat is om zijn Huis van geloof van de grond te krijgen? Paus Franciscus geeft ons hierin een duidelijk voorbeeld. 
 
Wij rekenen vaak met elkaar af, maar God verschaft ons de ene lening na de ander. Wij kunnen altijd bij Hem terecht met onze stoffige ogen en stoffige longen. Jezus heeft aan den lijve ervaren wat het betekent om bespot en vernederd te worden. Vanuit die ervaring mag Hij ook zeggen: ‘Komt allen tot Mij die belast en beladen zijt, Ik zal jullie verkwikking schenken’. Jezus, wil ons helpen om het Huis van God op te trekken. De voorwaarde is dat we elkaar het stof uit de ogen vegen en ervoor zorgen dat mensen in onze wereld, maar ook in onze kerken, weer vrijuit kunnen ademen. Misschien dat we de stof van tweeduizend jaar door Jezus uit de ogen kunnen laten wassen. Maar laat Hij dan ook het stof uit onze oren maar meenemen. En misschien dat Hij ieder van ons kan helpen onze krampachtigheid af te leggen: onze drang naar bezit, onze hebzucht, onze soms hebberige liefde. Hopelijk leren wij van Jezus ‘de kunst om los te laten’.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam