labyrinth.jpg

Zondag 30 april 2017 - OOK AL LOOP JE DE VERKEERDE KANT UIT

Derde zondag van Pasen - A
Lezingen: Handelingen 2:14.22-32 – 1 Petrus 1:17-21 - Lucas.24:13-35
 
Vorig weekend waren de deuren en ramen gesloten, vandaag gaat het over harten en geesten die gesloten zijn. Twee leerlingen van Jezus zijn op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Wie zijn die twee? Kleopas wordt met name genoemd. Wie is zijn metgezel? Rembrandt schildert de apostel Petrus als metgezel. Of was het de vrouw van Kleopas, ook een leerling van Jezus? Twee volgelingen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs.
 
Met veel enthousiasme waren ze Jezus gevolgd. Al hun hoop hadden ze op Hem gevestigd. Ze waren erbij geweest toen Jezus in Jeruzalem werd gearresteerd. Ze waren er getuige van geweest hoe Jezus werd gegeseld en aan het kruis geslagen werd. Vlak na zijn arrestatie hadden ze nog gehoopt dat Hij zich op een of andere manier, desnoods door een wonder, zou bevrijden. Maar toen er niets gebeurde, hadden ze de hoop al spoedig opgegeven, want met eigen ogen hadden ze gezien hoe Jezus was gestorven en stijf en koud in het graf van Arimathea was neergelegd. Ze hadden de steen gezien die voorgoed het graf gesloten had. Met de steen die het graf van Jezus afsloot was ook hun verleden afgesloten. Hun idealen lagen aan scherven.
 
Diep teleurgesteld keerden ze de heilige stad Jeruzalem de rug toe en gaan weer terug naar het dorp Emmaüs. Opvallend is dat er twee dorpen met die naam bestaan. De een ligt op zo’n 30 kilometer van Jeruzalem. De ander op ruim 5 kilometer. Misschien dat Lucas de heen en terugweg bij elkaar optelt, als hij aan het begin van het evangelie vermeldt dat het dorp Emmaüs ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Eigenlijk is dit dorpje Emmaus geen echt dorpje. Er is een groot garnizoen van de vijand gelegen, een sterk Romeins bolwerk. De gang van de leerlingen van Jeruzalem naar Emmaüs, dat weten bijbelgeleerden ons haarfijn uit te leggen, is een weg gaan van volledige capitulatie. Het is het beeld van de Nederlandse soldaat met de witte vlag op de Maasbrug op weg naar de Duitse bezetter. Het betekent het einde van alle dromen rond vrede en vrijheid. Daarom horen de leerlingen niet in Emmaüs thuis. Zij hoeven niet te capituleren, want hun Verlosser leeft!
 
Terwijl ze met elkaar hun teleurstellingen bespreken horen ze voetstappen achter zich. Iemand uit Jeruzalem komt hen achterna. Als de vreemdeling ze heeft ingehaald, vraagt Hij: ‘Wat zien jullie er bedroefd uit! Wat is er gebeurd?’ ‘Nou, dat is ook een vraag’, zegt een van hen, ‘Bent u dan een vreemde in Jeruzalem? Weet u niet wat er daar gebeurd is de laatste dagen?’ Dan vertellen de Emmaüsgangers de vreemdeling de reden van hun droefheid en teleurstelling. Hoe zij geloofd hadden dat Jezus de Messias was. Maar dat alles op niets was uitgelopen. Het is nu al drie dagen geleden sinds Hij gestorven is en begraven! ‘Wel wordt er geroddeld en zijn er praatjes van vrouwen in omloop’ zegt één van de Emmaüsgangers. ‘Ze beweren dat ze Hem weer hebben gezien’. Maar dat is toch flauwekul, nooit is er iemand geweest die uit zijn graf is opgestaan.
 
De vreemdeling corrigeert dan hun gedachtegang en wijst hen op de oude joodse geschriften: ‘Moest de Messias dit alles niet lijden om zó zijn glorie binnen te gaan?’ Ze luisteren met stijgende verbazing. Als ze thuis zijn nodigen ze de vreemdeling uit te blijven eten. En dan gebeurt er iets wonderlijks. De vreemdeling neemt het brood, zegent het, breekt het en geeft het aan de leerlingen. Dan pas vallen de Emmaüsgangers de schellen van de ogen en herkennen ze in de vreemdeling hun verrezen Heer! Een prachtig en leerzaam verhaal eigenlijk. Met mensen mee durven lopen, ook al gaan ze de verkeerde kant uit. Wij zijn anders: als wij menen het gelijk aan onze kant te hebben dan scheuren we de ander desnoods met geweld mee! Jezus gunt zijn leerlingen hun eigen weg en hun eigen tempo!
 
Met elkaar mee durven lopen, ook als jij zelf voelt dat het een doodlopende weg is. Elk mens heeft recht op zijn eigen weg. En je kunt pas tot bekering komen op je eigen levensweg.  Elkaar vast blijven houden en elk mens zijn eigen weg gunnen in dit leven. Elkaar vast blijven houden, ouders, kinderen, echtgenoten, familieleden en vrienden, ook al vinden ze dat ze in het leven valse verkeerde wegen gaan. Elkaar vast blijven houden, desnoods de verkeerde kant uit. Dat heeft ook Jezus gedaan. Daarom was Hij in staat om de tollenaar Zacheüs, de publieke vrouw bij de bron, over de streep te trekken. Daarom was Hij in staat om ook de leerlingen op weg naar Emmaüs weer over de streep te krijgen.
 
Kinderen ruimte geven om éigen wegen te gaan, naarmate ze ouder worden. Hen de gelegenheid geven om hun leven zélf in te richten. Maar dat vraagt wel om een rotsvast vertrouwen en een evangelische weerbaarheid. Als je elkaar maar blijft vasthouden, wat er ook mag gebeuren. Natuurlijk weet iedereen dat er een tijd komt dat kinderen de kerk voor gezien houden, Dat hoort misschien bij hun leeftijd, als ze op zoek gaan naar de diepere grond van hun éigen bestaan. Pas als je écht gelooft, weet je dat alles terecht zal komen. Iedere mens heeft groeiruimte nodig om mens te worden. Met je kinderen mee lopen, ook als ze wegen gaan die de jouwe niet zijn. Daarom gebruik ik deze lezing nogal eens bij vieringen van mensen die veertig, vijftig jaar met elkaar getrouwd zijn. Met je kinderen mee blijven lopen, tegen alles in.  En dat gebeurt ook vaak. Ik hoor dan ouders zeggen: ‘wat er ook gebeurt met mijn kind, de deur staat altijd voor ze open!’.
 
Vorige week zondag ging het over gesloten ramen en deuren. Vanmorgen over gesloten harten en geesten. De schellen vallen hen van de ogen, hun oordopjes verwijderen zich. Ze weten en voelen nu: volgelingen van Jezus hoeven niet te capituleren, zelfs niet voor de dood. De bevrijding gaat door. Daarom gaan de leerlingen halsoverkop weer terug naar Jeruzalem. Daar vieren de leerlingen van Jezus al hun bevrijdingsfeest, inclusief Thomas, inclusief Petrus die zijn Heer driemaal verraden had, juist toen het eropaan kwam om van Hem te getuigen!
 
Wij zijn allemaal mensen die proberen om bij elkaar te schuilen, elkaar te verwarmen, elkaar te vertrouwen. Volgeling van de verrezen Heer zijn betekent: het beste in jou delen met anderen. Daar word je meer mens van. Mens worden is ook het slechtste in jou toevertrouwen aan een mens die je lief is. Je wordt er een beter mens van. Mens worden is doen als God, niet meer in de ruimte praten, maar je woord geven aan iemand die om je heen staan. Dat kán, als je je deuren wijd openzet, ook voor mensen die volgens jou niet naar Jeruzalem, maar naar Emmaüs gaan. Op je eigen weg mag je komen tot het geloof in de Verrezene. Misschien dat we dan pas de woorden van Lucas uit de eerste lezing van vanmorgen kunnen onderstrepen: ‘Ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk’ (Handelingen 2:26-27)
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam