Maandag 5 juni 2017 - DE DYNAMIEK VAN PINKSTEREN

Tweede Pinksterdag
Lezingen: Hand.19:1b-6a en Joh.14:15-17
 
Het woord Pinksteren komt van het Oudgriekse woord Pentèkostè, en dat woord betekent ‘de vijftigste dag’. Het is het feest dat we gisteren vierde. Het gaat dan om de uitstorting van de Heilige Geest. Met deze uitstorting wordt ook het begin van de christelijke kerk gemarkeerd. Voor velen wordt deze gebeurtenis ook gezien als de eerste christelijke opwekking. Zo zijn ook de Pinksterbewegingen binnen het christendom ontstaan. Mensen die zijn aangeraakt door wat er op Pinkstermorgen gebeurde en dat overal heel enthousiast willen verkondigen. 
 
Het Pinksterfeest is eigenlijk het meest dynamische feest dat we kennen. Het is de dynamiek die met Kerstmis de wereld in komt, die door de opstanding onverwoestbaar bezegeld wordt, maar op die vijftigste dag op duizenden mensen overslaat, en een nieuwe periode in de wereldgeschiedenis inluidt. In de eerste lezing hoorden we Paulus aan enige leerlingen vragen: ‘Hebben jullie de heilige Geest al ontvangen, toen jullie het geloof hebben aangenomen? En zij antwoordden: We wisten niet eens dat er een heilige Geest bestaat. Velen lieten zich door Paulus dopen en hij legde hen de handen op en de heilige Geest kwam over hen’. De leerlingen komen tot zichzelf en weten nu wie ze zijn: ze komen uit Gods hand, ze worden gedragen door Gods geest. Die geest, die adem, dat vuur, maakten Jezus voor hen tot een onverzettelijke held. Ze vinden die geest nu terug in zichzelf.
 
Het gaat met Pinksteren om drie sterke woorden: om Geestkracht, wind en adem. Het gaat met Pinksteren om een feest waar je je adem van inhoudt! Voelt u Gods adem al in uw nek? Vanmorgen mogen we in één adem noemen: ‘Alles wat adem heeft love de Heer’. En niet zomaar een adem: het is als de wind. En uit welke hoek waait die wind? In ieder geval is het geen wind die met alles mee waait. Niet: zoals de wind waait, waait je jasje. God neemt ons de wind niet uit de zeilen, maar Hij wil Zijn wind er wél onder hebben. En wie wind zaait, zal storm oogsten.
 
Met Pinksteren gaat het om een frisse wind, die vandaag weer door kerk en wereld en door ons eigen leven mag waaien. Drie zware woorden: geestkracht, adem en wind, Dat wij daarvan vervuld worden. Daar zullen wij God om bidden. De adem van God, Zijn geestkracht, Zijn levenswind mag met ons zijn. En wij roepen: Kom, Schepper Gods, daal tot ons neer, houdt Gij bij ons uw intocht, Heer. De eerste werking, die de heilige Geest in de jonge kerk teweegbracht, was een ervaring van nieuw leven, dynamiek en beweeglijkheid.
 
Dat vieren wij met Pinksteren: een plotselinge wervelwind, beweeglijke tongen van vuur, opengeslagen deuren. Angstige mensen worden moedige mensen, zwijgende mensen worden spraakzaam en doen tóch hun mond open. Met Pinksteren worden we overrompeld door de Geest, die alles kan vernieuwen en alles kan veranderen. De Geest van God dwingt ons om meer schip te zijn dan anker, meer stroom en minder rots, meer leven en minder instituut, meer geweten en minder wet. Alleen zo zullen wij van en zinloos bestaan toegroeien naar een zinvol bestaan bij God en bij elkaar. De vertaalsleutel daartoe is de Geest van Gods liefde. Het Johannesevangelie van vandaag vertelt ons alles over die liefde. Liefde die zijn bron vindt in God en die we bron mogen delen met elkaar.
 
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam